afstandhouder
 

 

Bob Scobey’s San Francisco Jazz, deel 2 Frisco Jazzband

Graag had ik in 1962 het optreden mee willen maken van Bob Scobeys Frisco Jazzband in de Jaap Edenhal te Amsterdam. Het was een optreden met de wereldberoemde Harlem Globetrotters van Abe Saperstein. Deze basketballploeg uit de USA had in het thuisland alle prijzen wel binnengehaald en was bezig aan een Europese tournee van drie maanden. Mijn jeugdvriend Wim de Groot was wel naar het optreden geweest en aangezien wij beiden grote fans van Bob Scobey waren, kan ik mij voorstellen dat hij van zijn stoel gleed van verbazing toen hij in de orkestbak zijn idool zag staan te spe len In geuren en kleuren kwam hij mij na afloop vertellen van zijn ervaringen en ik moet zeggen dat ik zelfs nu nog jaloers op hem ben. Recentelijk heb ik weer eens wat platen uit de kast gehaald en heb me erover verbaasd hoe fris die muziek ‘ van 50 jaar geleden nog klinkt. Het enigszins pompeuze boek, He rambied! ‘tilI cancer cut him down, werd door zijn tweede echtgenote Jeannette E Scobey samengesteld en in eigen beheer in 1976 uitgegeven. Schitterende foto’s, talloze anekdotes en interviews en commentaren, al kan ik mij niet aan de indruk onttrekken, dat het een beetje overtrokken is voor wat betreft de rol van Bob t Scobey in de San Francisco-scene.

Jazz by the Golden Gate

 Bob Scobey werd geboren op 9 december 1916 in Tucumcari, New Mexico. Tot zijn 14e jaar woonde zijn familie in Stockton, California. Op school leerde hij spelen op de cornet. Alhoewel chemie zijn belangstelling had, koos hij toch voor een muzikale carrière. Zijn keuze voor muziek zal ook wel te maken hebben gehad met de enorme depressie waarin de USA op dat moment zat. Banen waren niet te krijgen, dus dan maar de muziek in. Het schijnt zelfs zo te zijn, dat Bob in die periode linkse (lees Marxistische) sympathieën ontwikkelde, toen hij er als jongeman getuige van was hoe ingehuurde knokploegen met honkbalknuppels en ander wapentuig stakingen braken. De sociale tegenstellingen (arm contra rijk) waren op dat moment zô groot dat hij wel een keuze moest maken. Hij ging spelen in zoetgevooisde baliroomorkesten en switchte naar trompet, totdat hij in 1938 in contact kwam met Lu Watters en Turk Murphy, waarmee hij ging spelen in de Yerba Buena Jazzband (YBJB) - zie deel 1 van San Francisco Jazz. Bij de YBJB speelde Bob de tweede partij, maar Lu liet hem regelmatig de eerste en ook de solopartij spelen. Na het sluiten van de Dawn Club ging Bob ook nog mee naar Hambone Kelly, maar hij was ambitieus en startte in 1947 met zijn eigen orkest, de Alexander Jazzband, genoemd naar zijn zoon. De hegemonie van de gekortwiekte YBJB was in de buurt van San Francisco nog steeds onaantastbaar. Bob begon te spelen in een wat lossere, meer swingende stijl in vierkwartsmaat, die heel duidelijk afweek van de tweekwartsmaat van de YBJB. Het bleek geen succes en ook de platen die hij maakte voor het Trilon-label en later voor zijn eigen Ragtime-label waren alles16 behalve toppers. Gespeeld werd er in en om San Fancisco, maar met wisselend succes. Ongeveer een jaar nadat Lu Watters het doek had laten vallen over Hambone Kelly, heropende Bob Scobey de tent onder de naam Alexander’s. Helaas kreeg Bob geen drankvergunning en je kunt een nachtclub niet draaiende houden met Coca Cola. Een en ander was een gevolg van een aanraking met justitie, nota bene uit 1940, waarvan hij ook nog was vrijgesproken. Op de hotelkamer waar hij logeerde met ene Charles Spencer Haerr werd hij toen gearresteerd wegens het in bezit hebben van marihuana ter waarde van $ 2000. Het voorval bleef hem achtervolgen. Bob speelde tussen de bedrijven door ook nog een tijdje in de pas geformeerde Turk Murphy Jazzband en op de platen die hij daarmee maakte voor het Good Time Jazz-label horen we duidelijk de veranderde stijl van de Frisco Jazz: vrijer en swingender.

Swingin’ minstrel Clancy Hayes

 De grote doorbraak kwam in 1950 toen Bob Scobey de naam Alexander Jazzband veranderde in Frisco Jazzband. De bezetting bestond uit enkele voormalige leden van de YBJB, waarvan ook Clancy Hayes deel had uitgemaakt. De swingende trompet van Bob, Wally Rose op piano, George Probert (later Firehouse Five, maar de mooiste opnamen maakte hij met Bob) op klarinet, Fred Higuera op drums, Jack Buck op trombone, Dick Lammi op bas en de wandelende encyclopedie van het Amerikaanse volkslled, Clancy Hayes. Het grote succes van de Frisco Jazzband is in mijn ogen voornamelijk te danken aan de combinatie van het populaire lied, de swing en de fantastische vocale bijdragen van Clancy Hayes. Clancy Hayes was wel een hoofdstuk apart. Hij werd geboren op 14 november 1908 in Canoy (Texas), als 7e zoon van een 7e zoon. Dat voor hem een muziekcarrière was weggelegd, was wel duidelijk. Zijn hele familie zat in de muziek. 1 just grew up in an orchestra, vertelde hij wel eens lachend. In 1926 verhuisde hij naar San Francisco en ging werken voor het NBC radionetwork. Clancy was een soloartiest, componist, dichter en musicus. Eigen composities, waarvan hij er ook al enkele met de YBJB had opgenomen, werden tophits met de Frisco-band, Travelin shoes, Huggin and chalkin, Parsans kansas, in New Orleans. Ook van andere minstrelwerkjes maakte hij klassiekers, Ace in the hole, Silver dollar, Alcoholic blues, Peoria. Het zijn juweeltjes van opnamen, opgenomen en uitgebracht door het Good Time Jazz-label op single en 25 cm Ip, later in een serie van zes 30 cm langspelers en inmiddels ook weer op cd te verkrijgen. In mijn ogen zijn deze opnamen mijlpalen in de geschiedenis van de oude-stijl jazz en wie ze niet kent, moet naar de tweedehands platenzaak of naar het groot warenhuis om ze te gaan aanschaffen; bij V&D betaalde ik € 5,85 voor een cd van Bob Scobey op het label Giants of Jazz. pict0.jpg

Good Time Jazz

 Om het succes van het orkest volledig uit te buiten trok Bob regelmatig gastsolisten aan. De New Orleans klarinettisten Albert Nicholas en Darnell Howard, legendes die nog met Jelly Roll Morton en King Oliver gespeeld hadden, maar ook blueszangeres Lizzie Miles speelden met hem mee. Lovende kritieken en werk genoeg. Bob had het juiste concept gevonden en scoorde hit na hit door zijn open trompet, die fel en gedurfd speelde, de juichende klarinet van George Probert en het prachtige repertoire uit de koker van Clancy, die elk stuk tot een juweel omtoverde. Gespeeld werd langs de hele westkust van de USA, in Las Vegas, Chicago, en in New York. Clancy Hayes, de swingende zanger! Absoluut hoogtepunt was een optreden tijdens de Kerst van het jaar 1955, in de beruchte gevangenis van San Quentin; het was een pro deo-concert. Gelukkig zijn de gevangenissen in de USA degelijk gebouwd anders was de tent afgebroken,z6’n succes hadden ze daar. Tijdens jazzconcerten traden ze op tussen de allergrootste artiesten. Bij een Gene Norman-concert stond de naam Bob Scobey tussen die van Louis Armstrong en Sidney Bechet. Ted Krec, verslaggever van de Independent Press, maakte een verslag van dat optreden: Toen gebeurde het, een slanke donkerharige jongeman met een glimmende trompet kwam het podium op gevolgd door zijn band. Een andere, wat oudere en zwaargebouwde man nam plaats achter de microfoon. Hij droeg een banjo, verloor geen minuut en begon meteen te spelen. Met een sneltreinvaart werden de bekende krakers gespeeld, het publiek ging uit zijn bol en wilde meer, het applaus was overdonderend.

TV en de Frisco-band op de culturele toer

 Stond televisie in Europa nog in de kinderschoenen, in Amerika stond de kijkkast welhaast in elk huishouden. De Frisco-band was wekelijks wel ergens op de diverse stations te vinden. Zij speelden in de Flamingo in fun city Nevada, Zardi’s in Hollywood, Blue Note en Preview in Chicago, Roundtable en Basinstreet East in New York. Elke keer was er wel een lokaal TV- of nationaal station in de buurt om opnamen te maken. Bob werd ook gastsolist in een gelegenheidsformatie als begeleiding van een show, jazz session gepresenteerd door Dr. Benjamin Draper. Was jazzmuziek in de USA jarenlang een ondergeschoven kindje geweest, in de jaren vijftig begon het eindelijk bij een groep intellectuelen door te dringen dat hier sprake was van een wel heel bijzondere Amerikaanse kunstuiting. Jazz and poetry, jazz versus classics en lezingen over hun eigen muziek op universiteiten en in de concertzalen; het heeft een halve eeuw geduurd, maar eindelijk werd jazz serieus genomen. Bob Scobey ging op tournee met Dr. S.T. Hayakawa, die lezingen hield over blues en jazz. Met zangeres Lizzie Miles en de band zorgden zij voor de muzikale omlijsting, waarbij dan de verschillende stijlen van de jazz ten gehore werden gebracht. Dat Bob het hoogtepunt van zijn carrière had bereikt, blijkt uit het feit dat hij zijn eigen jazzclub begon. De club kreeg de toepasselijke naam Storyville. De volgende stap was een experiment met klassieke muziek. Op 14 april 1956 trad het orkest van Bob Scobey op in het Opera House samen met het San Francisco Symfonie-orkest. Alexander Fried van de San Francisco Examiner schreef dat het een adembenemend optreden was. De keurige dames en heren die de klassieke concerten bezochten, waren bijna niet in toom te houden. Heel bijzonder was in die periode ook het optreden van blueszangeres Lizzie Miles. Geboren in New Orleans, was ze het buurmeisje van Sidney Bechet en had hem nog in korte broek op zijn fluitje (van een cent) horen spelen. Al in 1914 kwam ze in het vak en trad op in het circus van de Cole Brothers. In de jaren twintig horen we haar bij King Oliver en Louis Armstrong in Chicago en bij Clarence Wiliams in de jaren dertig. Black Rose was wel een heel toepasselijke bijnaam. Nadat ze bij diverse theateragenten had getracht aan werk te komen en telkens weer te horen kreeg dat ze te oud was, greep ze de kans toen Bob Scobey haar vroeg met zijn band te komen optreden. In Ebony Magazine werd ze ginterviewd: Bluessinger makes come back at 60. Lizzie Miles is een nieuwe sensatie. Deze zangeres van 60 jaar jong uit de ragtime-periode heeft de opmerkelijkste comeback gemaakt in de geschiedenis van de showbizz bij het bekende dixielandorkest van Bob Scobey.

Trouble in Paradise

 Na jarenlang onder contract van Good Time Jazz gestaan te hebben, kreeg Bob een aanbieding van Verve Records met betere condities. Jazzmusici hebben altijd een wat gespannen relatie gehad met hun platenmaatschappijen. Vaak genoeg werden er geen royalties (een percentage over de verkoop) betaald. Het bekende smoesje was dan dat de verkoop niet voldoende was en dat ze nog niet eens uit de kosten waren. Bij Verve dacht Bob beter af te zijn, maar hij kwam na drie langspelers opgenomen te hebben toch weer van een koude kermis thuis. Pas na zijn overstap naar RCA Victor werd hij voor zijn prestaties beloond en kwamen de royalties binnen. Opnamen met Bing Crosby sloegen goed aan en ook de jazzplaten werden uitstekend verkocht. Een jaarcontract in de Continental Club in Chicago resulteerde in een plaatopname met de bekend Chicagopianist Art Hodes: Rompin and Stompin. Tijdens deze opname kwam Bob in contact met nachtclubzangers Jeannette van Castile. Bob was getrouwd en had drie kinderen waar hij dol op was. Het huwelijk stelde niet zo veel meer voor; het was ook niet gemakkelijk om met een beroepsmusicus getrouwd te zijn. Hij ging met de 24-jarige Jeannette een relatie aan; zelf was hij inmiddels 43. Uiteindelijk is hij van zijn eerste vrouw gescheiden en hertrouwd met Jeannette. Het tweede drama was wel het vertrek van Clancy Hayes en enkele andere bandleden. Het gerucht, dat Bob Scobey zijn lucratieve reclame-inkomsten niet voldoende deelde met de bandleden was daar de oorzaak van. Het Marlboro-contract en het optreden in Penthouse en Playboy TV-series zou door hem niet voldoende verdeeld zijn. De reeds eerder genoemde pianist Art Hodes geeft echter een andere versie. Door het toenemende drankgebruik was Clancy Hayes vaak niet in staat om op te treden en hij was zelfs een keer dronken van zijn kruk gevallen. Helaas, de waarheid zal wel nooit bekend worden, maar het vertrek van Clancy en de andere bandleden was een gevoelige klap. Alleen met drummer Dave Black moest hij op korte termijn een nieuw orkest samenstellen. Met een nieuwe club musici, waaronder de bekende geinponem Freddy Morgan op banjo, ging hij de boer weer op. Freddy Morgan had jarenlang met het muzikale humorcircus van Spike Jones rondgetoerd en was een voortreffelijke banjoïst; nu werd humor ook nog eens een onderdeel van de Frisco Band. pict0.jpg

Internationale tournee

 Abe Saperstein, manager van de wereldberoemde Harlem Globetrotters, een basketball ploeg, die een waanzinnige show weggaf, benaderde Bob in 1962 om de muzikale omlijsting van het optreden te verzorgen tijdens een Europese tournee van drie maanden. Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië, Ierland, België en ook ons land werd aangedaan. Niet alleen de Globetrotters hadden veel succes, maar ook de jazzliefhebber kon zijn hart ophalen. Toch had het teveel van zijn krachten gevergd. Bij terugkeer in Amerika voelde Bob zich niet goed en wilde door middel van een kleine vakantie gaan uitrusten, maar het pakte anders uit. Hij moest met spoed opgenomen worden in het ziekenhuis met buikklachten. Er werd kanker geconstateerd. Na enige tijd onder behandeling te zijn geweest, mocht hij voor herstel naar huis. Toch ging hij weer spelen. De vreemde voorspelling van Lizzie Miles, dat zij Bob nog zou overleven, kwam nog bijna uit. Echter op het moment van het herstel van Bob overleed zij op 67-jarige leeftijd in New Orleans, terwijl Bob weer aan het werk was. Het herstel van Scobey bleek van korte duur. Op 12juni 1962 moest hij de trompet aan Maarten geven. Hij werd 47 jaar oud.

Wim Keller


 

 

© 2009-2012 Wim keller.nl
All rights reserved worldwide