afstandhouder
 

 

Turk Murphy San Francisco jazz, deel 3

New York 1955 Op een zonnige zaterdagmiddag wandelde Eddie Condon richting de Commodore Music - Store. Hij wilde eens informeren hoe het met de verkoop van z,jn op het Columbia label uitge- • brachte platen stond. Eddie Condon All Stars, murmelde de verkoper een beetje cynisch, nee — dat loopt helemaal niet, maar als u jazz zoekt dan is er Turk Murphy, dat is top of the bill. Eddie begreep er helemaal niets van en informeerde verder. Nou zei Jack Cristal, de verkoper, San Francisco style dat is helemaal in; ik zal u er eens wat van laten horen. Hij speelde Condon achter elkaar plaatopnamen van Lu Watters Yerba Buena Jazzband, Bob Scobey’s Frisco Band en de Turk Murphy’s Jazzband voor. Het verbaasde hem dat relatief jonge musici deze muziek speelden. Muziek die naar zijn mening uit de prehistorie van de jazz kwam, weliswaar in een nieuw jasje, maar toch meer dan 30 jaar oud. Composities van King Oliver, Jelly Roll Morton, Louis Armstrong’s Hot Five. Eddie zei, toen ik nog in korte broek liep ging ik al naar die orkesten luisteren, je moet maar op het idee komen. Na het beluisteren van al die San Francisco jazz verzuchte hij: ‘ik heb nu werkelijk behoefte aan wat bebop.” In het boek Eddie Condons Treasury of Jazz vertelt hij van zijn ontmoeting met Turk Murphy op zijn hotelkamer. Deze bleek een aimabele causeur te zijn en Turk vertelde Eddie hoe en waarom hij en zijn kompanen uit San Francisco die oude New Orleans muziek waren gaan spelen. In de voorgaande artikelen over San Francisco jazz heb ik de sluier al een beetje opgelicht over het ontstaan van de New Orleans Jazz revival aan de Westkust van de Verenigde Staten. Mijn eerste ervaring met het robuuste spel van Turk Murphy was eind jaren vijftig, toen ik enkele plaatjes van hem te pakken kreeg. Ik heb hem helaas maar een enkele keer zien en horen optreden op het Jazzfestival van Breda in 1973. Hoewel in elk jazztijdschrift wel over Turk Murphy en de San Francisco Jazz revival is gepubliceerd, een echt boek zou pas in 1982 van de persen rollen: Just for the record, geschreven door Jim Goggin. Ook het boek The Great Jazz Revival geschreven door Pete Clute en Jim Goggin werd pas in 1992 gepubliceerd. Het eerste geeft een volledig overzicht van de plaat (band) opnamen van Turk. Het tweede geeft een fantastisch overzicht van de jazz revival op de East Coast. pict1.jpg

Yerba Buena and all that Jazz

Melvin Edward AltonTurk’Murphy werd op 16 december 1915 geboren in Palermo, California. Op jonge leeftijd speelde hij al trombone in de dansorkesten van Will Osborne en Mal Hallett. Later kwam hij in het orkest van Merle Howard. Het waren dansorkesten, die zonder opsmuk gladde commerciële muziek maakten. De ontmoeting met Lu Watters en Bob Helm, eind jaren dertig waren bepalend voor de rest van zijn muzikale carrière. Na de oprichting van de Yerba Buena Jazzband gingen zij spelen in San Francisco. In het artikel over Lu Watters ben ik daar uitvoerig op ingegaan. De tweede wereldoorlog gooide roet in het eten en Turk moest Uncle Sam’s wapenrok aantrekken. Hij kwam bij de Navy, maar vond nog wel tijd om te spelen met o.a. de Bunk Johnson Hot Seven in 1944, die in San Francisco enkele concerten gaf. Na de oorlog begon hij toch weer met Lu Watters en de YBJB, maar in 1947 hield hij het voor gezien. Zijn eerste plaatopnamen onder eigen naam maakte hij met de Bay City Stompers in de traditie van de YBJB, op de plaatselijke labels Down Home en West Coast. De faam van de opnamen met de YBJB was hem vooruitgesneld; in Engeland werden zijn platen dan ook op het Tempo label uitgebracht. Zoals het ook met Lu Watters en Bob Scobey was gebeurd, werden die opnamen later weer heruitgebracht op het Good Time Jazz-label van Lester Koenig. Bij de YBJB zong Clancy Hayes. Bij zijn eigen orkest begon Turk zijn unieke stemgeluid meer en meer te gebruiken. Zijn schorre, door whisky gesmeerde stem was zo natuurlijk, dat ik gerust kan stellen dat Turk Murphy na Louis Armstrong, de meest unieke jazzvocalist van zijn tijd was. Zo herkenbaar op die honderden opnamen die hij tot zijn dood in 1989 zou maken. De vernieuwing van de YBJB stijl was ook te merken aan het aantreden van zangeressen. Claire Austin was de eerste zangeres waarmee hij ging rondtoeren. Op de plaat (GTJ cd) horen we haar met krachtig stemgeluid de songs van Bessie Smith en andere blueszangeressen vertolken. Toch bleef een belangrijk deel van het repertoire van de YBJB behouden in de band van Turk: de ragtime. Wally Rose, een ragtime pianist pur sang, was met hem meegegaan en speelde tot 1959 zijn werkjes tijdens het optreden van de band; later nam Pete Clute die taak over. Ook als componist had Turk Murphy zich al verdienstelijk gemaakt bij de YBJB (Minstrels of Annie Street; LittIe John Rag; Bay City; Trombone Rag) en er kwamen nog veel meer stukken van zijn hand bij de uitgevers terecht. Nadat hij enige tijd rondgetoerd had, kreeg hij een contract om in de Cinegrill van het Hollywood Rooseveld Hotel te komen spelen. Gelukkig was de radio daarbij en werd het rechtstreeks uitgezonden op het ABC Westcoast Network. De banden zijn bewaard gebleven en later op twee Fairmond Ips uitgebracht. Belangstelling was er genoeg, want het volgende contract lag al klaar: hij kon spelen in The Garden of Allah in Seal Beach en daarna naar Las Vegas in het Last Frontier Hotel. Tot de opening van zijn eigen club Earthquake McGoons bleef de band rondreizen. pict0.jpg

Louis Armstrong en Mack the knife

Het platencontract, dat hem door Columbia records (in Nederland en Europa uitgebracht door Philips) aangeboden werd, was zeer aantrekkelijk. De rol van de 78-toerenplaat was begin vijftiger jaren uitgespeeld, de van vinyl vervaardigde Ip nam het estafettestokje over en een voortreffelijke reeks platen zag het levenslicht (Columbia cl serie 546-927). De Turk Murphy band brak ook internationaal door. Vaak stellen platenmaatschappijen prioriteiten en zo is het ook gebeurd met de opname die Turk Murphy maakte van de compositie van Kurt Weil op tekst van Bertold Brecht uit de Dreigroschenoper, Mackie Messer (Mack the knife). Op 22 september 1955 nam Turk het stuk met zijn orkest op en zangeres Lotte Lenya en Turk zongen een duetje. De opname werd in Duitsland op een 78-toerenplaat uitgebracht en was een groot succes. Columbia promotor George Avakian vond het wel een leuke song voor Louis Armstrong, maar die vond er niets aan. Na enige overreding van George en een door Turk Murphy speciaal voor hem geschreven arrangement en tekst, nam Louis de plaat op om hem ook direct weer te vergeten. Turk Murphy kreeg $500,-- voor zijn werk en kocht zo zijn royalties af. Louis Armstrong ging in 1955 op tournee in Europa en het publiek bleef maar om dat liedje vragen toen ze in Duitsland optraden. Louis herinnerde zich de opname en studeerde het stuk in met de band, waarna het een tophit werd met een miljoenenverkoop. De versie van het op Philips uitgebrachte e.p.-tje 429127 BE vermeldt wel Murphy bij de componisten. De eigen opname van Turk is nooit meer heruitgegeven; die werd door de platenmaatschappij vergeten, het mocht geen concurrent worden voor de versie van Louis Armstrong

Duif Campbell’s Revenge

Het volgende voorval vond plaats na het bezoek van Eddie Condon aan Turk in New York, waar ik dit verhaal mee begon. Eddie Condon vroeg Turk een compositie te schrijven voor de nieuwe langspeelplaat, die hij met zijn All Stars voor Columbia (in Europa Philips) zou gaan opnemen. Een paar weken later loste Turk die belofte in en Eddie kreeg de compositie Duif Cambeils Revenge thuisgestuurd. De wat vreemd aandoende titel van het nummer vindt zijn oorsprong in San Francisco: daar was een jazzpromotor gevestigd met de naam Charles DuifCampbell, een grote vriend van Turk Murphy en de San Francisco jazzstijl. Hij had een ongelofelijke hekel aan de gladde, moderne Dixieland die Eddie Condon en zijn barefoot mob produceerden. Turk haalde een enorme grap uit door het werkje in vijf mollen te schrijven (toonsoort des), tot grote verbijstering van de routiniers van Condon, die gewend waren in de toonsoorten bes, f of g te spelen. Het heeft hun heel wat hoofdbrekens gekost om er een behoorlijke opname van te maken. De revenge (wraak) van Charles Campbell was zoet. Op de Ip Treasury of Jazz, Columbia-CL 881 ( PhilipsB 07193) horen we het werkje voortreffelijk uitgevoerd door Condons kundige AlI-Stars. Turk Murphy nam zijn eigen compositie ook op de plaat op Ç’Jerve MGV1013). Mijn voorkeur gaat toch uit naar de Condon-versie; die is al vanaf 1997 de herkenningsmelodie van mijn jazzprogramma op Radio Enkhuizen: We caIl it music, jazz music.

Newport en Earthquake McGoons

Turk Murphy en George Lewis waren uitgenodigd te komen spelen op het prestigieuze Newport Jazzfestival dat plaatsvond op 4juli1957. Platenmaatschappij Verve was erbij en we horen hen op de plaat (Verve MGV-8232) aangekondigd door Willis Conover, een bekend radio coryfee uit die tijd. Begin jaren zestig waren de bandleden het reizen moe en Turk en Pete Clute onderzochten de haalbaarheid van een eigen club in San Francisco. In 1960 vonden ze een locatie; als naam werd gekozen voor Earthquake McGoons. Earthquake was wel duidelijk daar op die breuklijn in de aardkorst, McGoon was een stripfiguur en de bedenker van de strip Al Capp, gaf Turk toestemming om die naam te gebruiken, mits er goede muziek gespeeld zou worden in de club. Als zangeres werd Pat Yankee aangetrokken. Haar jazzy stem met zwaar Amerikaans accent. paste voortreffelijk bij de rauwe Frisco klanken van de Murphy Band. Later is ze met haar eigen orkest gaan optreden: Pat Yankee and her Sinners, maar op tournee door het buitenland en festivals ging ze toch vaak met Turk mee. De eerste vestigingsplaats van McGoons was niet zo gelukkig gekozen, maar toen ze naar het Wilhelm Teil Hotel in Claystreet verhuisden, begon het te lopen en werd de uitgaansgelegenheld een begrip in San Francisco. Beroemde bezoekers gaven acte de présence, Walter Cronkite, Bing Crosby en vele anderen. Toen de Beatles hun veroveringtocht in de USA begonnen, kreeg ook McGoons het moeilijk, maar met hangen en wurgen werd die periode toch doorgekomen. In de kelder onder de club was een rariteitenkabinet ingericht met attributen van een bekende goochelaar, Carter the Great, en dat trok ook nog wel wat bezoekers. Earthquake McGoons zou nog twee keer van locatie veranderen, eerst naar Embarcadero, daarna naar Pier 39. De rek was er echter uit en in 1984 ging de tent dicht. Het plan van de elektriciteitsmaatschappij PGA om een kerncentrale te bouwen op de breuk- lijn bij San Andreas was aanleiding tot protesten uit alle lagen van de bevolking. Een concert werd georganiseerd met de bands van Lu Watters en Turk Murphy en aansluitend werd een Ip opgenomen. Het zou het laatste gezamenlijke optreden van Turk en Lu worden.

Satchmo dead, a Jazz era ends

Deze kop stond op de voorpagina van de New York Times na het overlijden van Louis Armstrong op 7 juli 1973. Dat einde gold niet voor de Turk Murphy band, want er werd een Europese tournee geboekt. Op zaterdag 3 juni 1973 trad de band op in het Turfschip in Breda. Turk Murphy en ook Bob Helm voldeden volledig aan de door mij gestelde verwachtingen; het werd een prachtig optreden en ik koester nog steeds dierbare herinneringen. Gesteund door een krachtige ritmesectie met CarI Lunsford op banjo, Bill Carroll op tuba en Pete Clute op piano, speelde de band moeiteloos de Murphy NVatters originals. Leon Oakley op cornet en Bob Helm en Turk, klarinet en trombone, schotelden het publiek een aantrekkelijk programma voor. Een maand later was er een optreden in Heidelberg in Duitsland, het werd op de band opgenomen en later op een Ip van het label MPS uitgebracht.

Evolution Mama, don’t make a monkey Out of me

Ontelbare keren heeft Turk Murphy deze deun gezongen en het is hem op het lijf geschreven; de zang komt vanuit zijn tenen en verliest niets van zijn dynamiek. Op een videoregistratie van het Ierse Guinness Jazzfestival 1982 horen we het hem zingen. De fraaie kop van Turk, nogal in de kreukels, kondigt met zijn zware stem de nummers aan en de relatief jonge bandleden spelen de sterren van de hemel en hij doet niet voor ze onder. Zangeres Pat Yankee is er ook bij en met haar wat vettige stem en zwaar accent past ze voortreffelijk in de band. De vocale duetten tussen Pat en Turk getuigen van een levenslust en lol, waar menig vocalist een puntje aan kan zuigen. De laatste jaren van zijn muzikale leven sleet hij in de New Orleans Room van het Fairmont Hotel in San Francisco. Zijn laatste grote optreden was op 10 januari 1985 in de prestigieuze Carnegie Hall te New York. Het was een optreden ter gelegenheid van zijn 50ste jaar als muzikant. Geflankeerd door de Hot Antic Jazzband uit Frankrijk en de Night Blooming Jazzmen uit de USA horen we Turk nog enkele stukken spelen. Helaas, de jaren hadden hun sporen nagelaten, hij kon niet meer in de schaduw staan van zijn vroeger zo krachtige spel. Het mocht de pret toch niet drukken, het was een geweldig feest. Zijn gezondheid liet het afweten en na een lang ziekbed overleed Turk Murphy op 30 mei 1987. Hij werd 71 jaar oud.

Naschrift: Het gemeentebestuur van San Francisco besloot in 1994 om een straat naar Turk te vernoemen. De voormalige Churchillstreet kreeg de naam Turk Murphy Lane. Het verhaal gaat dat de nu alom ingevoerde term Traditional Jazz voor het eerst door Turk Murphy gebruikt is. Het schitterende fotoboek: San Francisco-a profile with pictures, samengesteld door Barnaby Conrad, uitgave 1959 door Bramhali New York, drukt een foto van de markante kop van Turk Murphy af in het hoofdstuk Nightlife. Het geeft wel aan dat Turk Murphy in San Francisco een niet weg te denken persoonlijkheid was.

 

 

 

 

Wim Keller


 

 

© 2009-2012 Wim keller.nl
All rights reserved worldwide