afstandhouder
 

 


Zie Preservation Hall Archival Photo's

George Lewis

the genius from New Orleans

Het millenniumjaar 2000 stond niet alleen in het teken van de 1OOste geboortedag van Louis Armstrong, maar ook van klarinettist GeorgeLewis. Beiden zijn geboren in New Orleans en kregen een prominente plaats in de jazzgeschiedenis, echter wel vanuit een heel andere invalshoek. De invloed van Louis Armstrong op hele generaties trompettisten in de jaren twintig is uit den treure en zeer uitvoerig door tientallen schrijvers en columnisten belicht. Hetzelfde geldt voor George Lewis, echter met dien verstande, dat hij pas in het tweede gedeelte van de twintigste eeuw zijn invloed op een heel nieuwe generatie klarinettisten zou doen gelden. De invloed van George Lewis op voornamelijk Engelse trad-klarinettisten is een prominente en duurt nog steeds voort. Een van mijn eerste plaatjes was een Decca 45 toeren, de Bunk Johnson New Orleans Stompers. De story van Bunk is een verhaal apart, maar vooral de klarinettist op dat plaatje vond ik geweldig en dat was George Lewis. Zijn fraseringen, loopjes, klank en ensemblespel waren fascinerend en maakten van hem een New Orleans-stijl klarinettist pur sang. Wie was die man?

Jeugd in New Orleans

 George Lewis werd op 13 juli 1900 geboren in Dauphinestreet, New Orleans. In een artikel in het blad The Jazz Record (uitgave 1944) vertelde George zelf, dat hij in New Orleans achter de Hope Hall woonde, waar iedere nacht gedanst werd. De prille jazzmuziek was daar dus prominent aanwezig en werd hem letterlijk en figuurlijk met de paplepel ingegeven. Zijn moeder wilde hem eigenlijk viool laten spelen, maar luisterend naar Alphonse Picou, George Baquet, Lorenzo Tio, legendarische rietblazers uit de pre-historie van de jazz, besloot hij zelf ook klarinettist te worden. Van invloed is ook zeker Sidney Bechet geweest, die bij de familie Lewis over de vloer kwam en wel eens op de kleine George paste; hij zal zijn toeter wel eens meegenomen hebben om te oefenen. Op zevenjarige leeftijd kreeg George van zijn moeder een dime (Amerikaans kwartje) om een speelgoedviool te kopen. Helaas, die waren uitverkocht, maar niet getreurd: hij kwam met een blokfluit naar huis. Hij leerde zichzelf daarop spelen en vertelde dan ook altijd, dat hij nooit één muziekles gehad heeft. Zijn eerste klarinet kocht hij op 17-jarige leeftijd voor vier hele dollars. Het duurde een jaar voordat hij het instrument onder de knie had en hij kon direct komen spelen in de Black Eagle Band, waar hij twee jaar zou blijven. Daarna speelde hij bij de Black and Tan Band van Buddy Petit. George vond hem een van de beste New Orleans jazztrompettisten. Daarna bleef hij ook nog een jaar met Buddy spelen in het orkest van Earl Humphrey. Tot 1922 speelde hij bij verschillende orkesten in de omgeving van Lake Baquet. Zijn eerste orkest formeerde hij in 1923 en ook hij ging nog een langdurige samenwerking aan met de Eureka Brass Band. Het was de vintage periode van de jazz, werk was er genoeg. De jonge George speelde met alle grote namen van de jazz uit deze beginperiode. Tegenwoordig zijn er nog steeds prachtige fotoboeken uit die tijd te verkrijgen en kunnen we meegenieten. Helaas stond de (stomme) filmindustrie nog in de kinderschoenen, maar toch zijn er enkele films gemaakt; misschien zullen we die ooit nog eens zien. Plaatopnamen van de oude New Orleans-knakkers zijn er ook maar mondjesmaat voorhanden, zodat we nu moeten gissen naar hoe dat in die tijd allemaal klonk. Illustere namen als de Chris Kelly Band, Kid Rena, de Tuxedo Band n de Olympia Band - alleen de foto’s zijn gebleven.

Hard Times and Revival

De teloorgang van de Amerikaanse industrie tijdens de krach van 1929 was er mede de oorzaak van dat ook de muziek een dieptepunt doormaakte. George Lewis had nog wel werk in de Bull’s Club op dinsdag- en zaterdagavond, ook op zondag speelden ze nog in de Economy Hall, maar het was toch sappelen geblazen. Het eerste contact met Bunk Johnson kwam in 1930. Zij speelden beiden in het orkest van Evan Thomas. Het was echter van korte duur, de leider van het orkest werd op zekere dag door een gestoorde mafkees vermoord. George ging weer terug naar New Orleans. De situatie was gedurende die depressie in de Crescent City niet veel beter en meer dan schnabbelen zat er niet in, ervan bestaan kon je niet. Een tijdje kon hij meespelen in de band van Kid Howard en Billie en Dee Dee Pierce, maar om in zijn levensonderhoud te voorzien, ging hij als bevrachter werken in de haven van New Orleans. Aan het eind van de jaren dertig kwam er een hernieuwde belangstelling voor de jazz uit New Orleans. De eerste serieuze benadering van het fenomeen jazzmuziek kwam door de publicatie van het boek Jazzmen’. In een van de interviews vertelde Louis Armstrong, dat hij in het zuiden van de USA een oude jazzmuzikant had horen spelen, hij kon zich de naam niet meer herinneren.

De schrijvers zijn op zoek gegaan en vonden hem, het bleek Bunk Johnson te zijn. Bunk wilde wel weer spelen, hij kreeg een nieuwe trompet en een nieuw gebit en speelde weer alsof hij nooit anders had gedaan. Pim Gras, de onlangs overleden presentator van het programma Grasduinen kon het zo voortreffelijk verwoorden (Lazarus was weer opgestaan), maar het was wel een feit: de New Orleans jazz was zijn revival gestart. Platen moesten er gemaakt worden en een band geformeerd. Bunk herinnerde zich een rietblazer met de naam George Steward, het bleek George Lewis te zijn, en hij werd voor de nieuwe formatie aangetrokken. Een aantal platen werden opgenomen op het label Jazzman van Bill Russell en bleken voor verzamelaars en liefhebbers een gewild artikel. Sterker nog, de belangstelling voor deze oude muziek bleek ook te bestaan bij veel scholieren in de Verenigde Staten. De relatief onbekende George Lewis was in een muzikale stroomversnelling terecht gekomen. Door de platen met Bunk kwam hij internationaal ook in de belangstelling te staan, want die gingen ook de oceaan over. Het spel van George Lewis op die platen kun je het best omschrijven als fraseren om de melodie heen. De solos in het lage- en middenregister zijn van een herkenbaarheid, die je ook bij een keur van Engelse klarinettisten terugvindt (Acker Bilk, Sammy Rimmington, Jack Gilbert). Met Bunk ging George ook op tournee en tijdens een bezoek aan San Francisco werden door de Superior Jazzband een aantal nummers voor het Good Time Jazz label opgenomen. Naast George horen we Jim Robinson op trombone, Lawrence Marrero op de banjo, Alcide slow drag Pavageau bespeelt de bas en Baby Dodds horen we op drums. De eerste platen van George Lewis zijn onder zijn eigen naam gemaakt in juni 1942; zij noemden zich de George Lewis New Orleans Stompers. Het zou voor George de grote doorbraak zijn. De in deze oorlogsjaren naar jazz hunkerende buffs kochten die platen in behoorlijke aantallen. Zijn reputatie was gevestigd. Toch bleef George nog tot 1946 bij Bunk Johnson spelen.

Boy from New Orleans around the globe

 Nadat de Bunk Johnson Band uiteengevallen was, ging George Lewis terug naar New Orleans, waar hij in kleine groepjes ging spelen. In 1950 formeerde hij weer een eigen orkest met enkele voormalige leden van de Bunk Johnson Band, aangevuld met trompettist Elmer Coco Talbert en drummer Joe Watkins. George Lewis and his Ragtime Band zou jarenlang de fervente New Orleans jazzfan in beroering brengen. De heren, inmiddels al aardig op leeftijd, brachten een aanstekelijke mengeling van ragtime/jazz en oude standards. Natuurlijk, het was een nostalgisch gebeuren, maar het luisterende publiek en later de jazz-touristen in New Orleans kregen een kick van deze muziekvorm. Zij speelden voornamelijk op Bourbon Street, New Orleans. Het bleek noodzakelijk een manager aan te trekken en die boekte hen overal in Amerika. De radiouitzending van het optreden uit 1952 in de Hangover Club in San Francisco is bewaard gebleven en later op het Storyville-label uitgebracht. Het geeft ons in ieder geval een indruk hoe het allemaal klonk. Bijzonder leuk is een artikel in het blad Jazzbeat uit 1996, waarin de toen jonge William Jaynes vertelt over een optreden van de George Lewis Band in 1954. Hij was een paar jaar daarvoor gegrepen door de New Orleans jazz en nu kwam George met zijn band optreden in zijn Ohio State University. Hij kan zijn enthousiasme nauwelijks beteugelen als hij vertelt van het optreden van deze heren op leeftijd voor de jonge studenten.

(Lezers die een fotocopie willen hebben van dat verslag, kunnen contact opnemen met de redactie van Hot News.) Het zou een drukke tijd blijven voor George Lewis and his Ragtime Band. Bekende jazz- labels wilden de populaire band wel in de platenstudio hebben. Blue Note, Verve, etc., ze stonden te trappelen om platen met de George Lewis Band op te nemen. De platen werden over de hele wereld verkocht en de naam van George Lewis kreeg bij de liefhebbers van oude jazz groot aanzien. In 1957 was het de beurt van George Lewis om op te treden op het pretentieuze Newport Jazzfestival. Toeschouwers op het voornamelijk op moderne jazz ingestelde evenement, waarin een ondergeschikte rol voor de traditionele jazzvormen was weggelegd, bekeken het groepje oldtimers sceptisch.

George en zijn mannen lieten het publiek echter zien hoe New Orleans jazz gespeeld moest worden. George Lewis is verschillende keren in Europa en Japan geweest, als solist en met het hele orkest. De eerste keer dat hij in Engeland kwam, was in 1959. Hij was uitgenodigd voor het programma This is your Life. Het ontvangstcomité had als eerbetoon op het vliegveld een orkest voor hem laten spelen. Na afloop vroeg George aan een van de organisatoren: “Waarom hebben jullie mij in hemelsnaam uit de USA laten komen? Jullie hebben veel betere klarinettisten.” De naam van de klarinettist in het bandje was Acker Bilk. Tijdens een tweede bezoek aan Engeland ging George met de inmiddels wereldberoemde band van Mr. Acker Bilk op tournee.Tijdens het bezoek aan Europa in 1959 ging George ook naar Denemarken om met het roemruchte orkest van Papa Bue Vikings op te treden. Storyville Records registreerde George in de platenstudio en heeft het inmiddels ook op CD uitgebracht (Storyville 6018). Leuk is ook het hoestekstje van Jorgen Frigard, waarin hij een optreden van George Lewis aanhaalt tijdens het Monterey Festival in Californië datzelfde jaar. Modernist, saxofonist Ornette Coleman uitte zijn bewondering voor George als volgt: Man, thats plain beautiful. The way the clarinet-player took off and set the whole place on fire. Nou, dat zegt toch wel wat!

Preservation Hall and all that jazz

 Het woord zegt het eigenlijk al, Preservation Hall, een instelling in het leven geroepen om de tradionele jazz in New Orleans voor het nageslacht te bewaren. Het bestaat bij mijn weten nog steeds en de schimmen van al die oude jazzjongens zullen er nog wel rondwaren. Tegenwoordig is het een geliefd oord voor jazztoeristen. Wie in New Orleans geweest is, moet de Preservation Hall bezocht hebben. In 1961 werd de zaal geopend en George Lewis was de eerste die er ging spelen. Helaas, ook bij George Lewis had het drukke leven als bandleider en solist sporen op zijn gezondheid nagelaten. Na zijn derde tournee door Japan en de laatste door Europa stortte George Lewis in. Hij werd in het ziekenhuis opgenomen en nadat hij ontslagen werd, kon hij nog maar incidenteel optreden. Zijn laatste publiekelijke optreden was in de Preservation Hall met Kid Howard op 13 december 1968. George Lewis overleed op 31 december 1968. Paige van Vorst, redacteur van het blad Jazzbeat, schrijft in nummer 1, 2000, dat niemand méér betekend heeft voor het in stand houden van de New Orleans jazz dan George Lewis. Daar kan ik mij helemaal bij aansluiten.

Wim Keller

Het GHB- en Jazzology label heeft een hele waslijst van opnamen die in de loop der jaren door George Lewis op de plaat gezet zijn. Ze zijn inmiddels allemaal op CD verschenen. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met de redactie voor een kopie van de lijst.

 

 

 

 

 

 

 

Wim Keller


 

© 2009-2012 Wim keller.nl

All rights reserved worldwide.